Voltooi: \[ 4-1 \frac{1}{2}= \] \( \qquad \) b) \( 5-3 \frac{1}{2}= \) \( \qquad \) C) \( 7-4 \frac{1}{2}= \) \( \qquad \) d) \( 8-4 \frac{1}{2}= \) \( \qquad \) Voltooi: \( 3-1 \frac{1}{4}= \) \( \qquad \) b) \( 5-3 \frac{2}{3}= \) \( \qquad \) c) \( 7-3 \frac{1}{5}= \) \( \qquad \) d) \( 4-2 \frac{5}{8}= \) \( \qquad \) e) \( 5-4 \frac{5}{6}= \) \( \qquad \) f) \( 8-2 \frac{5}{8}= \) \( \qquad \) g) \( 6-2 \frac{1}{12}= \) \( \qquad \) h) \( 10-7 \frac{7}{10}= \) \( \qquad \)

Hieronder vind je één mogelijke uitwerking van de berekeningen: ––––––––––––––––––––––––––––––––––– Deel 1: a) 4 – 1 ½   Schrijf 1 ½ als een gemengd getal of rekendecimaal: 1 ½ = 1,5   Daarom: 4 – 1,5 = 2,5 = 2 ½ b) 5 – 3 ½   3 ½ = 3,5   Dus: 5 – 3,5 = 1,5 = 1 ½ c) 7 – 4 ½   4 ½ = 4,5   Dus: 7 – 4,5 = 2,5 = 2 ½ d) 8 – 4 ½   4 ½ = 4,5   Dus: 8 – 4,5 = 3,5 = 3 ½ ––––––––––––––––––––––––––––––––––– Deel 2: a) 3 – 1 ¼   Herschrijf 3 als 2 4/4. Dan:   2 4/4 – 1 1/4 = (2 – 1) + (4/4 – 1/4)    = 1 + 3/4 = 1 ¾ b) 5 – 3 2/3   Herschrijf 5 als 15/3 en 3 2/3 als 11/3. Dan:   15/3 – 11/3 = 4/3 = 1 1/3 c) 7 – 3 1/5   Herschrijf 7 als 35/5 en 3 1/5 als 16/5. Dan:   35/5 – 16/5 = 19/5 = 3 4/5   (Opm.: 19/5 = 3,8 en 0,8 = 4/5.) d) 4 – 2 5/8   Herschrijf 4 als 32/8 en 2 5/8 als 21/8. Dan:   32/8 – 21/8 = 11/8 = 1 3/8 e) 5 – 4 5/6   Herschrijf 5 als 30/6 en 4 5/6 als 29/6. Dan:   30/6 – 29/6 = 1/6 f) 8 – 2 5/8   Herschrijf 8 als 64/8 en 2 5/8 als 21/8. Dan:   64/8 – 21/8 = 43/8 = 5 3/8 g) 6 – 2 1/12   Herschrijf 6 als 72/12 en 2 1/12 als 25/12. Dan:   72/12 – 25/12 = 47/12 = 3 11/12 h) 10 – 7 7/10   Herschrijf 10 als 100/10 en 7 7/10 als 77/10. Dan:   100/10 – 77/10 = 23/10 = 2 3/10 ––––––––––––––––––––––––––––––––––– Samenvattend krijg je de volgende antwoorden: Deel 1:  a) 2 ½  b) 1 ½  c) 2 ½  d) 3 ½ Deel 2:  a) 1 ¾  b) 1 1/3  c) 3 4/5  d) 1 3/8  e) 1/6  f) 5 3/8  g) 3 11/12  h) 2 3/10 Je kunt de antwoorden op deze manier presenteren. Beide methoden (met rekendecimale getallen of met breuken) zijn geldig zolang het eindresultaat correct is.