Question
upstudy study bank question image url

\( 9 U \) is het vlak \( \left(\begin{array}{l}x \\ y \\ x\end{array}\right)=\lambda\left(\begin{array}{l}1 \\ 1 \\ 0\end{array}\right)+\mu\left(\begin{array}{l}0 \\ 1 \\ 2\end{array}\right) \) en \( V \) is het vlak \( \left(\begin{array}{l}x \\ y \\ z\end{array}\right)=\left(\begin{array}{l}4 \\ 2 \\ 1\end{array}\right)+e\left(\begin{array}{l}1 \\ 0 \\ -2\end{array}\right)+\tau\left(\begin{array}{l}1 \\ 2 \\ 2\end{array}\right) \) a. Toon aan dat \( U \) en \( V \) evenwijdige vlakken zjin door te later dat ze eenzelfde normaalvector hebben. b. Bereken de afstand van \( U \) en \( V \).

Ask by Mcdonald Munoz. in Suriname
Mar 09,2025

Upstudy AI Solution

Tutor-Verified Answer

Answer

De vlakken \( U \) en \( V \) zijn evenwijdig omdat ze dezelfde normaalvector hebben. De afstand tussen \( U \) en \( V \) is \( \frac{5}{3} \).

Solution

We bepalen eerst voor beide vlakken een normaalvector en laten zien dat deze gelijk (of evenredig) is. **Stap 1: Normaalvector voor \( U \)** Het vlak \( U \) wordt gegeven door \[ \begin{pmatrix} x \\ y \\ z \end{pmatrix} = \lambda \begin{pmatrix} 1 \\ 1 \\ 0 \end{pmatrix} + \mu \begin{pmatrix} 0 \\ 1 \\ 2 \end{pmatrix}. \] De richtingsvectoren zijn dus \[ \mathbf{u}_1 = (1,1,0) \quad \text{en} \quad \mathbf{u}_2 = (0,1,2). \] Een normaalvector \( \mathbf{n}_U \) op \( U \) verkrijgen we door het kruisproduct: \[ \mathbf{n}_U = \mathbf{u}_1 \times \mathbf{u}_2. \] Berekening: \[ \mathbf{n}_U = \begin{pmatrix} 1 \\ 1 \\ 0 \end{pmatrix} \times \begin{pmatrix} 0 \\ 1 \\ 2 \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 1\cdot2 - 0\cdot1 \\ 0\cdot0 - 1\cdot2 \\ 1\cdot1 - 1\cdot0 \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 2 \\ -2 \\ 1 \end{pmatrix}. \] **Stap 2: Normaalvector voor \( V \)** Het vlak \( V \) wordt gegeven door \[ \begin{pmatrix} x \\ y \\ z \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 4 \\ 2 \\ 1 \end{pmatrix} + e \begin{pmatrix} 1 \\ 0 \\ -2 \end{pmatrix} + \tau \begin{pmatrix} 1 \\ 2 \\ 2 \end{pmatrix}. \] De richtingsvectoren zijn: \[ \mathbf{v}_1 = (1,0,-2) \quad \text{en} \quad \mathbf{v}_2 = (1,2,2). \] De normaalvector \( \mathbf{n}_V \) op \( V \) is dan \[ \mathbf{n}_V = \mathbf{v}_1 \times \mathbf{v}_2. \] Berekening: \[ \mathbf{n}_V = \begin{pmatrix} 1 \\ 0 \\ -2 \end{pmatrix} \times \begin{pmatrix} 1 \\ 2 \\ 2 \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 0\cdot2 - (-2)\cdot2 \\ -2\cdot1 - 1\cdot2 \\ 1\cdot2 - 0\cdot1 \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 4 \\ -4 \\ 2 \end{pmatrix}. \] Merk op dat \[ \begin{pmatrix} 4 \\ -4 \\ 2 \end{pmatrix} = 2 \begin{pmatrix} 2 \\ -2 \\ 1 \end{pmatrix}. \] Dus de normaalvector \( \mathbf{n}_V \) is evenredig met \( \mathbf{n}_U \). **Conclusie deel a:** Aangezien beide vlakken een normaalvector hebben die evenredig is, zijn de vlakken evenwijdig. --- **Stap 3: Afstand tussen \( U \) en \( V \)** Omdat de vlakken evenwijdig zijn, is de afstand te berekenen met behulp van de afstandsformule tussen parallelle vlakken. Laten we eerst de vergelijking van \( U \) opstellen. Aangezien \( U \) door de oorsprong gaat en de normaalvector \( \mathbf{n}_U = (2,-2,1) \) heeft, luidt de vergelijking van \( U \): \[ 2x - 2y + z = 0. \] Voor \( V \) gebruiken we hetzelfde normaalvector. Kies het punt \( (4,2,1) \) op \( V \) en stel: \[ 2\cdot4 - 2\cdot2 + 1\cdot1 = 8 - 4 + 1 = 5. \] Dus is de vergelijking van \( V \): \[ 2x - 2y + z = 5. \] De afstand \( d \) tussen de vlakken wordt gegeven door: \[ d = \frac{|d_V - d_U|}{\|\mathbf{n}\|}, \] waarbij \( d_U = 0 \) en \( d_V = 5 \), en de norm van \( \mathbf{n} = (2, -2, 1) \) is: \[ \|\mathbf{n}\| = \sqrt{2^2 + (-2)^2 + 1^2} = \sqrt{4+4+1} = \sqrt{9} = 3. \] Dus: \[ d = \frac{|5 - 0|}{3} = \frac{5}{3}. \] **Conclusie deel b:** De afstand tussen \( U \) en \( V \) is \( \frac{5}{3} \).

Answered by UpStudy AI and reviewed by a Professional Tutor

error msg
Explain
Simplify this solution

Bonus Knowledge

Laten we eerst de normaalvectoren van de vlakken \( U \) en \( V \) bepalen. Voor vlak \( U \) wordt de richtingsmatrix gevormd door de vectoren \( \left(\begin{array}{l}1 \\ 1 \\ 0\end{array}\right) \) en \( \left(\begin{array}{l}0 \\ 1 \\ 2\end{array}\right) \). De normaalvector kan gevonden worden door het kruisproduct van deze twee vectoren te berekenen, wat resulteert in \( \left(\begin{array}{l}-2 \\ 2 \\ 1\end{array}\right) \). Voor vlak \( V \) nemen we de richtingsvectoren \( \left(\begin{array}{l}1 \\ 0 \\ -2\end{array}\right) \) en \( \left(\begin{array}{l}1 \\ 2 \\ 2\end{array}\right) \) en doen hetzelfde. Het kruisproduct levert de normaalvector \( \left(\begin{array}{l}2 \\ 1 \\ 2\end{array}\right) \) op, wat evenredig is aan de normaalvector van \( U \). Dit bewijst dat de twee vlakken evenwijdig zijn. Om nu de afstand tussen de vlakken \( U \) en \( V \) te berekenen, kunnen we de formule gebruiken voor de afstand tussen twee evenwijdige vlakken: \( d = \frac{|d_1 - d_2|}{\sqrt{A^2 + B^2 + C^2}} \), waarbij \( d_1 \) en \( d_2 \) de constanten zijn van de vlakvergelijkingen in de vorm \( Ax + By + Cz = d \). Door de constante termen uit de vlakvergelijkingen van \( U \) en \( V \) te berekenen, kunnen we de afstand \( d \) vaststellen. Dit geeft ons het resultaat van hun afstand in de ruimte.

Related Questions

Latest Geometry Questions

Try Premium now!
Try Premium and ask Thoth AI unlimited math questions now!
Maybe later Go Premium
Study can be a real struggle
Why not UpStudy it?
Select your plan below
Premium

You can enjoy

Start now
  • Step-by-step explanations
  • 24/7 expert live tutors
  • Unlimited number of questions
  • No interruptions
  • Full access to Answer and Solution
  • Full Access to PDF Chat, UpStudy Chat, Browsing Chat
Basic

Totally free but limited

  • Limited Solution
Welcome to UpStudy!
Please sign in to continue the Thoth AI Chat journey
Continue with Email
Or continue with
By clicking “Sign in”, you agree to our Terms of Use & Privacy Policy